bijenhouden.nl



Majoor Franz von Hruschka

door Hennie Oes

Majoor Franz von Hruschka was een Oostenrijker, geboren in Wenen in 1819; als officier in actieve dienst, werd hij in 1857 bevorderd tot majoor, gelegerd in de buurt van Venetië. Uit die jaren is weinig van hem bekend maar dat veranderde, toen hij in 1865 (46 jaar oud) met pensioen ging.
Hij bleef in de buurt van Venetië wonen en stortte zich op de bijenteelt.
Hij schafte zich een omvangrijke bijenbibliotheek aan en probeerde allerlei kasten en methoden uit. Hij imkerde uiteindelijk met 300 volken in een omvangrijk bijenpaviljoen, met plaats voor 400 volken in stapelkasten van 3 à 4 etages . Per etage hadden de bijen 10 raten tot haar beschikking, die zij zelf uitbouwden aan een bovenlatje. Van raampjes moest hij niets hebben.
Hij deed aan koninginneteelt met de Ligusticabij en experimenteerde met KI.
Een aanhanger van Dzierzon derhalve.
Steeds had hij twee volken zo opgesteld, dat hij ze drie keer per dag kon wegen om te zien hoe zij zich ontwikkelden tijdens het vliegseizoen en hoe de winterzit verliep. Koninginnen voerde hij in met een verstuiver waarin hij suikerwater met pepermuntgeur deed.


Honing oogsten en verwerken was in die tijd met zoveel volken een omvangrijke klus. Uit de beste raten werden segmenten gesneden en zo verkocht: De honing was van uitstekende kwaliteit! De rest werd meestal uitgeperst en leverde een grote hoeveelheid “pers- en stamphoning” op, waarvan de kwaliteit daarom alleen al minder was, omdat er doorgaans een verhitting van de raten moest plaatsvinden.
Von Hruschka meende, dat dit toch beter en eenvoudiger moest kunnen. Met een daartoe geëigend mes sneed hij de raten tot de middenwand uit en liet ze vervolgens uitlekken: “lekhoning”, waarvan de kwaliteit het midden hield tussen beide voorgaande vormen.

In 1865 vond hij de honingslinger uit. “Pers- en stamphoning” was in die jaren goedkoper dan suiker; hij wilde uit de goedkopere honing de duurdere suiker winnen en maakte daarbij gebruik van de in suikerfabrieken aangewende centrifugeerapparaten.
Hij demonstreerde in hetzelfde jaar nog zijn houten slinger voor het eerst op een congres in Brün en oogstte groot succes. Het is typerend voor de visie en de handelsgeest van Mehring,dat hij twee maanden na deze demonstratie in 1865 de honingslinger in zijn assortiment had zitten. Hij bood de slinger aan voor Fl. 25,-.

Twee jaar later verscheen de majoor met zijn vondst op de wereldtentoonstelling in Parijs en sindsdien is de honingslinger, vooral gecombineerd met het kunstraat van Mehring, niet meer weg te denken uit de moderne imkerij.


Van 1865 tot 1869 werden, na de eerste houten slinger van von Hruschka, 23 verschillende constructies bedacht. Het zal nog even duren, voordat onze RoestVrijstalen Radiaalslinger gemeengoed is geworden. De slinger verhoogt het gemak van de imker en verbetert de kwaliteit van de honing, temeer omdat “Koud geslingerd” kan worden.